Blog: Hemelwater houd het vast!

De grond gebruiken als buffer voor hemelwater, hoe denken ontwikkelaars en woningstichtingen hierover? Gerrit Hasperhoven, voorzitter van de InfraCampus Stichting IKN, zelfstandig adviseur voor gemeenten en partner van InnoFra deelt zijn kennis in een blog op de website van Urban-Innovators.

Website: Urban Innovators

Het klimaat verandert en daardoor voelen achtertuinen van beton al snel aan als ovens en raken buren oververhit, met burenruzies als gevolg. Maar vertel dat maar eens aan ontwikkelaars en woningstichtingen. Volgens Gerrit Hasperhoven halen die liever geld uit de grond, dan dat ze de grond gebruiken als buffer voor hemelwater.

Gerrit Hasperhoven, een man die al met pensioen mag, maar daar absoluut de rust nog niet voor heeft. De fysieke leefomgeving van Nederland moet namelijk eerst nog klimaatrobuust worden gemaakt, zodat we bestand zijn tegen een steeds sterker wordende neerslag en langere periodes van extreme droogte. Gerrit: “Ik heb nog zo’n drive.” De bevlogenheid spat er dan ook vanaf. Als voorzitter van de InfraCampus Stichting IKN en als zelfstandig adviseur voor gemeenten deelt graag kennis.

Klimaatomslag

Zelf is hij opgegroeid in een tijdperk van putten en asfalt, zeg maar het harde civiele werk. “Als er nu geen klimaatomslag was, dan was er geen noodzaak om dat te veranderen. Maar het is vandaag 16 juli 2021, heel zuidelijk Nederland ligt plat. Dat geeft de urgentie wel aan. “Ik heb weleens het idee dat ik als een zeur overkom, maar dat is het dus niet. En het wordt alleen maar erger.”

En ook al geeft Limburg nu de enorme urgentie aan; wat hier gebeurt, daar zijn volgens Gerrit bijna geen maatregelen tegen te nemen. Je kunt je wapenen tegen een extreme bui, dan praat je over 90 mm regenval wat al veel ingrepen nodig maakt om dit te behalen – zeg maar 90 liter per m2 – maar tegen 3 keer 90 mm ... “Het is een zwaar exces, het is een ramp.” Hij legt uit dat de rivieren in Limburg hun oorsprong vinden in Europa en dat Nederland simpelweg het afvoerputje is richting de Noordzee. Zo komen in Roermond bijvoorbeeld de Geul, de Roer én de Maas samen. “Ik hoorde vanmorgen een duidelijk verhaal op de radio, iemand van Rijkswaterstaat vertelde dat rivieren meer ruimte nodig hebben, zodat er meer water geborgen kan worden. Dat kunnen uitlopers zijn op de uiterwaarden of een verbreding van rivieren.”

Maar dat je je niet kunt wapenen tegen waterrampen van deze omvang, betekent niet dat je gevrijwaard bent van actie, waarschuwt hij. “Je kunt niet niets doen. Dat is asociaal. Op veel andere plekken zijn de maatregelen met een wateropvang voor 90 mm wel voldoende.”

Woon- leefgenot naar de knoppen

Het veranderende klimaat maakt ons leven er niet beter op, voorspelt Gerrit. “Het woon- leefgenot gaat naar de knoppen. Met name in de steden. Eerst is er bij de eerste beste grote bui wateroverlast, dat is vervelend, dan is het een periode van 3 maanden warm en droog, bomen gaan kapot, er is geen schaduw meer en dan zit je te puffen. Je slaapt slecht, je gaat minder presteren op je werk, je wordt chagrijnig, je krijgt lichamelijke klachten …”

Wat we moeten doen is heel simpel: meer groen en het water opvangen en vasthouden in plaats van doorspoelen. Maar iets dat simpel klinkt, kan bijzonder lastig zijn om te realiseren. Slechts 40% van ons oppervlak is namelijk openbare ruimte. De overige 60% is in bezit van particuliere mensen, bedrijven,woningstichtingen, projectontwikkelaars … Voor het merendeel partijen die volgens Gerrit money-driven zijn. En dat is nou net niet het juiste uitgangspunt om iets aan die klimaatrobuustheid te doen.

Ruggengraat en regelgeving

Allereerst zijn er mensen nodig die willen veranderen en die mensen hebben dan ook nog eens een flinke ruggengraat nodig. “Het zijn lange processen, dus je hebt wel daadkracht nodig van de betreffende bestuurder en management. Je moet onomkeerbare beslissingen in je termijn laten beklijven.” En stel dat je dat rond hebt, dan zijn er altijd weer regels die tegenwerken. “In een nieuwe woonwijk wil je gebruik maken van nieuwe technieken op het gebied van riolering en volksgezondheid. Wil je hemelwater grootschalig gebruiken in woonhuizen, dan heb je een waterleidingnet vanuit het waterleidingbedrijf voor drinkwater nodig en een net voor het hemelwater. Maar dan wordt de gemeente nutsbedrijf. Dat kan dus niet zomaar. Gemeenten mogen water afvoeren, maar niet leveren. Moeilijke regels, vaak ook Europees, waar je mee te maken krijgt.”

Senseo als voorbeeld

Met het water aan de lippen, zakt de moed je misschien in de schoenen, maar Gerrit heeft nog goede hoop. Gelukkig zijn er steeds meer projectontwikkelaars die met elkaar in gesprek gaan. Als je iets wilt veranderen, moet je namelijk vooral samenwerken. “Een prachtig voorbeeld vind ik dat van Senseo. Douwe Egberts had de koffiepads, een ander bedrijfje had het apparaat. Daar zijn twee uitvindingen samengevoegd. Dat werkt in de openbare ruimte net zo. Ben je zelf met iets bezig dan is het vaak nét niet.” In het kenniscentrum in Harderwijk van de Stichting IKN hebben ze daarom een doorlopende beurs met zo’n standje of 40 om de marktontwikkeling letterlijk in huis te halen. Partijen kunnen elkaar daar ontmoeten en hun krachten bundelen.

Regie bij de gemeenten houden

Gerrit heeft ook een voorbeeld hoe zo’n krachtenbundeling nou net niet moet. In een Nederlandse gemeente was het plan om een nieuw te bouwen woonwijk volledig over te laten aan aan de toekomstige bewoners.. Er werd gezegd: ‘De gemeente trekt zich helemaal terug. Bewoners, jullie kunnen een stuk grond kopen; dat zijn percelen daar ga je een huis op zetten en dan moet je zorgen voor je eigen voorzieningen. Een tuin maken waar je uit kunt eten, je zorgt voor je eigen afvalwaterafvoer, je zorgt voor je eigen toegang met wegen, je eigen afvoer en opvang van hemelwater. De gemeente doet niets.’ Dat is in eerste instantie verkeerd uitgekomen. Ten dele is de regie nu gepakt en een private partij coördineert nu al die bewonersgroepen die zich gevormd hebben rond hun straatnaam … Een soort commune-achtig idee, dat werkt wel, maar dan moeten de neuzen wel allemaal dezelfde kant op staan.” In het begin lukt dit nog wel, geeft Gerrit aan, maar na verloop van tijd wordt het lastig om die wijk leefbaar te houden. Hij legt uit waarom de regie bij de overheid dient te liggen. “Er zijn wisselingen van demografie in een wijk. Je kunt niet bouwen op een groepering. Je moet een doorgroeiwijk bouwen; je moet er langer over nadenken. Het moet een toekomstbestendige wijk worden bijvoorbeeld met een speeltuin voor kinderen en een tuin voor dementerenden.”

Chocola van belangen

Gerrit vindt het fantastisch om alle belanghebbenden tijdens een participatieavond in een zaal te proppen en op zoek te gaan naar de gemene deler. “We moeten samenleven met elkaar en dat betekent geven en nemen. Nu is nemen niet zo moeilijk, maar geven … Mensen praten niet met elkaar.” De bevoegdheid om te oordelen heeft Gerrit niet op zo’n avond, maar hij is wel een beetje een rijdende rechter tussen al die partijen. “Als je samen iets moet doen, moet je wel overeenstemming hebben. Maar maak er maar eens chocola van, van al die belangen.”

Grond en water

Oké, terug naar de oplossing die we dus gezamenlijk moeten bedenken, zodat we het water in de grond kunnen krijgen en een poosje vast weten te houden. Huishoudens kunnen kiezen voor een groene tuin en voor een regenton, maar beter is het om te kiezen met meer inhoud bijvorbeeld een regenwaterschutting of een ondergrondse berging bij nieuwbouw. Gemeenten moeten infra de ruimte geven voor wateropvang en extra bomen.

En dan is er nog iets, als we het toch over grondzaken hebben: “Je moet het energienet zo aanleggen dat de straat daar beperkt voor open moet. Er ligt zoveel onder het oppervlak. Gasleiding, water, stroomkabels, internet. Zorg voor een beperkte kabelgoot die niet in de weg ligt, bijvoorbeeld in het trottoir en zorg voor zo min mogelijk leiding.” Want die waterleiding kan volgens Gerrit best dunner, mits we ons drinkwater gebruiken als drinkwater en niet om de wc mee door te spoelen, zwembadjes te vullen, plantjes te besproeien en de auto te wassen. “Niet in eerste instantie, maar als het een langere periode heel erg droog is, dan kan dat natuurlijk wel. Bij voorbaat ook vanuit een buffersysteem in verband met een piek.” Teruggaan naar de schijtemmer van weleer hoeft van hem ook weer niet. En daarover gesproken, de riolen kunnen ook aangepast als er geen hemelwater meer doorheen hoeft. “Waar een wil is, is een weg. Maar die wil moet er wel zijn en de portemonnee moet niet harder praten dan het klimaat.”

Wat Nederland op dit moment hard nodig heeft, dat weet Gerrit ook: “Een minister van klimaat, zodat iedereen klimaatrobuust kan leven.”

De vraag/opmerking van Gerrit aan het netwerk:

Durf de vaak aanwezige ambities op klimaatmaatregelen uit te voeren en wees niet bang om een fout te maken. Betrek de markt bij de oplossingen. Beter nog kom voordat de plannen bedacht worden eerst eens kijken op de Infra Campus van Stichting IKN in Harderwijk. Elke werkdag welkom.

Portret Gerrit

Wil je meer informatie?


Direct contact Meer nieuws